“Hee Ber, hoe is het nu met je?”. Er valt een zachte stilte…. Ik zoek naar woorden die mijn gevoel weergeven. Het is inmiddels al weer een jaar geleden dat mijn vader overleed. Terwijl ik oogcontact vermijd komen tal van beelden en herinneringen langs. Samen klussen, de gezelligheid, een biertje pakken, praten over zaken, zijn laatste dagen, het afscheid, de begrafenis, de eerste Kerst zonder mijn vader en het effect van zijn overlijden op de mensen om mij heen…
Ineens raakt het me weer. Ik merk dat ik moet slikken en de tranen in mijn ogen wellen op. Plotseling is daar het diepe besef dat ik hem al een jaar niet meer heb geknuffeld en dat hij echt nooit en nooit meer terugkomt in deze wereld. “God wat mis ik hem toch….”
Ik lig in bed. Het is 4 juni. Opeens schiet het door mijn hoofd. Vandaag is het precies een half jaar geleden dat m’n vader overleed. Ik kan er niks aan doen, maar ik heb iets met getallen. Ik app mijn vriendin in Italië. Zij is jarig. ‘Marjolein, het is vandaag al een half jaar geleden.’ ‘Niet waar. Zo lang al, dat kan niet’, appt ze terug. En nog geen seconde later gaat de telefoon. Samen praten we over papa. Over de kleine wezenlijke dingen. Dat hij zo goed kroketten kon bakken. En dat hij van die goede grappen en uitspraken had. Als ik neerleg voel ik hoe fijn het is om met een ander over hem te praten. Zo blijft hij toch levendig in mijn herinnering. Maar ook voel ik het intense gemis. Van een vader die tijdens reizen in de ochtend over mijn hoofd aaide. Het vader-dochter gevoel. Nooit zal ik die hand meer voelen. En dat besef doet pijn.
Misschien is het de dood van mijn vader? Of juist zijn overlijden in combinatie met zelf papa worden dat ik me afgelopen jaar kwetsbaar voelde. Alsof ik even minder goed was opgewassen tegen die snelle grote boze buitenwereld. Het is net alsof ik minder beschermd ben. Na een diepe zucht zakt het verdriet weer rustig weg. De stilte hervat. De zichtbare emotie gaf de ander wellicht niet echt het antwoord waarop hij had gehoopt toen hij vroeg “hoe is het?”. Ik merk vaker dat mensen ongemakkelijk worden als er emoties geraakt worden. Alsof het “not done” is om het er even te laten zijn. Toch raar dat wij als westerse maatschappij daar steeds verder vanaf lijken te raken. Terwijl het de drijvende kracht is van ons leven, onze daden en onze drijfveren van waaruit we de dingen doen. Of je nu samen lacht of huilt, de verbinding versterkt en verdiep. Juist wanneer er even stilte mag zijn! Veel puurder en natuurlijker wordt het niet.
Het voelt fijn om met mijn vriendin over emoties en gevoelens te praten. Zij kent mij al zo lang. ‘Es, je hebt zo’n ontwikkeling doorgemaakt. Weet je dat ik enorm trots op je ben.’ Eerder die dag kreeg ik van mijn vriendin Ellen een soortgelijke opmerking. Vriendinnen door dik en dun. En toch voelt dit rouwproces vaak alleen en pijnlijk. Niemand kan het een tijdje van je overnemen. Niemand voelt de band die ik had met mijn vader. Ik was een echt vaderskind. Deelde zoveel met hem. En dat deel ik nu met niemand anders. Niet op die manier. Ik merk dat ik ‘blij’ ben om met vriendinnen te praten. Gelukkig kunnen wij het samen delen. Maar ik ben ook verdrietig dat bepaalde mensen, met wie ik gehoopt had hierover te kunnen praten, geen vraag stellen. Vinden ze het eng? Zijn ze bang dat ik ga huilen? Of kunnen ze het niet? Mag mijn verdriet er eigenlijk wel zijn? Of wordt het te ingewikkeld?
Wat zou er gebeuren we leren accepteren dat emoties er mogen zijn. Dat ze bij het leven horen. Dat we emoties leren transformeren door ze juist te omarmen in plaats van weg te duwen of ermee in gevecht te gaan. Hoe zou het zijn als er weer ruimte is voor nieuwe levensenergie, groei en positiviteit? Simpel door te leven vanuit acceptatie. Dat we beseffen dat alles perfect is en precies gaat zoals het moet gaan… Hoe zou onze wereld er dan uitzien?