Metaforen
Werken met Metaforen
Een metafoor slaat de brug tussen het bewuste en het onderbewuste. Met behulp van metaforen doe je een beroep op het inductieve en associatieve leren van je cliënt/cursist. Pakkende en boeiende verhalen zijn meestal leuk om naar te luisteren. Het is indirect en roept daardoor zelden weerstand op. Het is veilig en de luisteraar kan zelf zoeken naar bepaalde verborgen boodschappen en betekenissen. Het start een zogenaamd “Transderivationeel” zoekproces. De luisteraar komt met eigen vragen en antwoorden. Het kan het wereldmodel verruimen. Er zijn geen beperkingen, alles is namelijk mogelijk in een verhaal.
Metaforen gebruiken tijdens trainingen
Het is een ideaal middel om je cliënt/cursist of deelnemer in een bepaalde stemming te brengen. Communicatie via metaforen is ‘figuurlijk’ en is ‘bij wijze van spreken’. Een metafoor kan een half uur duren of uit een zin bestaan. Metaforen geven eigenlijk een chunking zijwaarts van het één naar het ander. Ze maken vergelijkingen en leggen verbindingen die al dan niet voor de hand liggen. Kinderboeken en sprookjes zitten vol met metaforen. Het verhaal stimuleert het kind om vanuit eigen kracht situaties aan te gaan.
Functies van een Metafoor
- Aandacht trekken bij de start van een presentatie/training of gesprek
- Kaderen ter toelichting van een abstract onderwerp (deze training is een soort van… je zult merken dat…)
- Stemming oproepen zoals nieuwsgierigheid, enthousiasme of ontspannenheid
- Hulpbronnen activeren en een veranderingsproces starten
- Problemen oplossend vermogen en creativiteit stimuleren door in het verhaal daar expliciet aandacht aan te geven
- Ter ondersteuning wanneer je iets wilt verduidelijken of illustreren
- Trance induceren. Lees hier meer over Miltontaal.
- Geheugensteun omdat een verhaal nu eenmaal makkelijker onthoudt
- Diplomatie om moeilijke en lastige onderwerpen bespreekbaar te maken
- Verdedigen na een aanval of tijdens het geven van zeer negatieve feedback als ludiek middel
- Vereenvoudigen van complexe materie en vraagstukken
- Als middel om de vastgelopen gedachtepatronen (onbegrip) bij de luisteraar opnieuw op gang te brengen. De luisteraar krijgt via parallelle associatiepatronen nieuwe denkwijzen aangereikt.
Metaforen vertellen
Vaak zoeken we naar een goede metafoor. De oplossing ligt wellicht dichterbij dan je denkt. Alles wat er in je leven is gebeurd kun je gebruiken als metafoor. Bedenk van te voren wanneer je je metafoor inzet en welke stemming het moet oproepen bij de ander.
Enkele voorbeelden waar je een perfecte metafoor van kunt maken:
- Spannende verkeersituaties die angst, stress of paniek veroorzaakte
- Situaties waarbij je andere mensen hebt geholpen of gered? Gevoel van dankbaarheid, dankbaarheid geven
- Reacties van anderen bij te laat komen op belangrijke afspraken
- Reisavonturen (bv. bijna het vliegtuig missen), slechte hotels of bijzondere overnachtingsplekken die eng, duister of onrustig waren
- Geluidsoverlast verhalen, buren ruzies
- Typische mismatch verhalen
- Reacties van mensen op bepaalde besluiten in je leven
- Boze of juist zeer dankbare klanten
- Situaties waarbij je je schaamde of verschut voelde staan. Gebruik daarin zelfspot
- Situaties die anders liepen dan je ooit had voorspeld of gedacht (goed of slecht einde)
- Leuke verhalen van je kleine neefje(s)/nichtje(s) of kinderen / kleinkinderen
- Etc etc.
Kortom: je kunt van alles bedenken. Iedere situatie kun je gebruiken als metafoor. Zoek naar voorbeelden dichtbij huis. Met name wanneer je verhalen combineert of zaken erbij fantaseert krijg je de meest geweldige verhalen die leuk zijn om naar te luisteren en krachtig om een verandering in te zetten. Met name onverwachte of spannende situaties kun je perfect uitvergroten om de luisteraar te boeien.
Voorbeelden van openingszinnen
- Dat doet me denken aan......
- Toen ik op weg was hier naar toe moest ik ineens……
- Leuk dat je dat zegt, dat is trouwens net….
- Er was eens….
- Had ik jullie al verteld……
Opbouw van je metafoor
- Verdeel je verhaal in 3 tot 6 stappen. Schets of schrijf dit op papier.
Visualiseer iedere stap als scenes uit een film. - Kies een scene die je extra boeiend, spannend of met meer nadruk wilt vertellen. Leef je in in deze scene. Hoe voelt het, hoe klinkt het? Welke Staat van zijn had je of zou je moeten hebben? Probeer het juiste gevoel op te roepen als je dit deel vertelt. Als voelen, denken en handelen op dezelfde lijn liggen zal je verhaal nog sterker en congruenter overkomen.
- Ga voor elke scene na hoe je deze leuker, grappiger, verrassender, of spannender kunt vertellen.
- Bedenk waar en wanneer je dit verhaal gaat inzetten als instrument. Visualiseer hoe je dit doet in zo’n situatie. Bedenk welke visuele of auditieve ankers je nodig hebt.
- Voor dat je gaat vertellen: roep de juiste staat van zijn op. Start gedissocieerd met vertellen totdat het spannender wordt. Dan ga je in de associatie over alsof je het opnieuw beleefd.
Ingrediënten voor een goede metafoor
- Rapport: zorg dat er sprake is van rapport, dat vergroot de verbinding tussen verteller en luisteraar en maakt daarmee de andere verbindingen mogelijk. Lees hier meer over rapport.
- Representatiesystemen: hanteer alle representatiesystemen; een mooie vorm is de KAVAK: ga van kinesthetisch via auditief naar visueel en omgekeerd. Stem af op de luisteraar via kinesthetische representatiesystemen; dat brengt mensen meteen in een ontvankelijke luisteraarstoestand. Lees hier meer over representatiesystemen.
- Stemgebruik: speel met volume, timbre, tempo en toonhoogte. Breng een variatie aan in stemgebruik, accentueer belangrijke delen, herhaal sommige woorden en bouw af en toe een STOP in .................... De stop werkt als een preframe, je geeft al aan: Nu komt een belangrijke boodschap. Lees hier meer over stemgebruik.
- Fysiologie: gebruik je lichaam, handen en gezichtsuitdrukking om een metafoor kracht bij te zetten. Staan zendt andere informatie uit dan zitten, lopen drukt beweging uit, stilstaan doorbreekt dat patroon e.d. Lees hier meer over fysiologie.
- Milton patronen: werken hypnotisch en zijn fantastisch om mensen langs een metafoor boodschappen mee te geven.Bijvoorbeeld: de koning kon z'n fout moeilijk toegeven maar was blij dat hij het toch deed. Natuurlijk, we vinden het allemaal (universal quantifier) moeilijk om onze fouten toe te geven (mind read). Dat geeft ook niet, ook al moeten (modale operator) we stoer zijn van onszelf. Stoer zijn betekent ook (complex equivalence) dat we een bepaalde kracht (nominalisatie) in onszelf hebben en deze kracht kunnen (modale operator/mogelijkheid) we gebruiken om fouten toe te geven, dacht de koning. Het is beter om wel fouten toe te geven (halve vergelijking) en hij sprak tot z’n onderdanen...
Lees hier meer over het Milton model.
Metafoor bewust afbreken
- Wanneer je je verhaal niet afrond, niet helemaal vertelt of de conclusie/clou achterwege laat, prikkel je de fantasie van de luisteraar. Die gaat zelf opzoek naar de betekenis. Je kunt op meerdere punten stoppen met vertellen. Je luisteraar blijft daarmee nieuwsgierig en geïnteresseerd.
- Rond het verhaal later af zodat er geen open eindjes blijven.
- Indien je meerdere metaforen achter elkaar gebruikt en deze bewust open laat, sluit deze dan in omgekeerde volgorde af. Dus metafoor beginnen: 1, 2, 3 sluit je af in de volgorde: 3, 2, 1. Het is natuurlijker voor de luisteraar als de laatst vertelde metafoor als eerste wordt afgesloten.