NLP Technieken en begrippen

Fast Fobia (angst/paniek)

Fast fobia model / fobie model (submodaliteiten)

Het Fast fobia model is uitstekend in te zetten bij angsten en fobieën. Het werkt op basis van een sterke dissociatie. We noemen dit ook wel de meta metapositie of de dubbele metapositie. Het werkt als volgt:

Stel: iemand vindt muizen doodeng.

  1. Praat eerst met hem/haar over een prettige staat van zijn waarin iemand niet bang is maar juist vertrouwen, rust en ontspanning ervaart. Noem dit de staat van zijn in situatie X (later meer uitleg over anker technieken).
    Dit is geen noodzakelijke stap maar kan handig zijn.
  2. Laat iemand zich voorstellen dat hij/zij in een bioscoop zit. Het scherm is nog wit. Er is volledige ontspanning en rust. Dit is de metapositie. Roep eventueel de staat van zijn op van vertrouwen, rust en ontspanning.
  3. Laat iemand nu boven zichzelf uitstijgen. Alsof hij/zij denkbeeldig zijn lichaam verlaat. Laat hem eerst nog even naar beneden kijken alsof hij boven zijn lichaam zweeft. Laat hem nu zweven naar de projectorkamer waar de filmprojector staat. Hij heeft nu uitzicht over de hele bioscoopzaal, het filmdoek en ziet zichzelf zitten in de zaal. Dit noemen we de meta metapositie.
  4. Bereid de persoon voor op een snel afspelende oude zwart-wit film zonder geluid (soort van Charlie Chaplin film) waarop een heel klein muisje te zien is die je nauwelijks kunt waarnemen op het grote witte doek. Vraag of dat oké is? Hij zit immers veilig in de projectiekamer en kan de film ieder moment stoppen.
  5. Aan het eind vd film laat je het doek zwart of wit worden.
  6. Nu laat je de film nog een keer spelen, dit keer achterwaarts, met hem/haarzelf in de  hoofdrol. Nog steeds in zwart-wit, zonder geluid. Als de film terug aan het begin is vraag je hoe het was? Laat hem nu meer en meer associëren bij iedere keer dat je de film heen en terug speelt.
  7. Speel afhankelijk van de ervaring met de submodaliteiten. Zolang er geen angst of paniek ontstaat kun je de submodaliteiten opvoeren naar de realiteit. Bij ieder keer afspelen verander je één submodaliteit. Laat de film elke keer eindigen in een zwart of wit scherm. Je kunt de submodaliteiten opvoeren in bijvoorbeeld de volgende stappen:
    1. Normale snelheid vd film bij afspelen.
    2. Kleur toevoegen
    3. Muis iets groter maken
    4. Geluid toevoegen
    5. Muis nog groter maken
  8. Laat hem/haar vervolgens gewoon in de zaal zitten als je deze stappen herhaalt.
  9. Als dit goed gaat voer je het uit zonder film maar denkbeeldig in de toekomst. We noemen dit future pace.
  10. Check de ecologie. Zijn er nog bezwaren of delen in de ander die moeite hebben?

Je kunt eventueel de Swish (hNLP) inzetten om het resultaat te versterken.

 

Meer weten?

Hieronder tref je aanvullende en verdiepende onderwerpen op bovenstaande: