Tijdlijn (NLP)
Vaststellen vd tijdlijn van een persoon
Er zijn verschillende manieren om te achterhalen hoe een denkbeeldige tijdslijn van iemand verloopt. Dit kan per individu verschillend zijn.
Interventiemogelijkheid 1
“Als ik aan je onderbewuste vraag waar je verleden is, en waar je toekomst, heb ik het idee dat je zou zeggen”
“Het is van rechts naar links, of van voren naar achteren, of van boven naar beneden, of in enige richting van jou in relatie met je lichaam. En het is niet je bewuste concept waarin ik geïnteresseerd ben, het is je onderbewuste.
Dus als ik je onderbewuste zou vragen waar je verleden is, in welke richting zou je wijzen?”
“En je toekomst, naar welke richting zou je wijzen als ik je onderbewuste zou vragen: waar is je toekomst?”
N.B. Als je de Time Line ontdekt, wees er zeker van dat je begrijpt dat hoe de cliënt het ook doet (hoe hij het verleden en de toekomst organiseert), het voor de cliënt perfect is. Geef geen waarde-oordeel over de organisatie van de Time Line van de cliënt voordat je ontdekt hebt of het voor hem/haar ook werkt.
Interventiemogelijkheid 2
Handhaaf het contact met het onderbewuste om de onbewuste ordening en organisatie van het onderbewuste te ontdekken.
1. “Kun je je iets herinneren dat een week geleden plaatsvond?”
2. “Goed, als je dat kunt, kun je merken waar het vandaan komt?” (alternatief: daar sommige cliënten niet weten waar een herinnering vandaan komt: “kunnen zij bemerken waar het naartoe gaat?”)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor: 1 maand geleden. 1 jaar geleden, 5 jaar geleden en 10 jaar geleden.
4. Herhaal stappen 1 en 2 voor: de toekomst. 1 jaar in de toekomst, 5 jaar in de toekomst en 10 jaar in de toekomst.
5. Vraag nu aan de cliënt: “Merk je dat deze rangschikking (ordening) een lijn inhoudt of enige lineaire ordening van jouw herinneringen?”
NB: De ordening kan wel/niet lineair zijn. Laat je taalgebruik en je gedrag niet te veel leidend (gericht) zijn om de Time Line van je cliënt te ontdekken.