Ik was van plan om ruim op tijd aanwezig te zijn, zodat ik voor de training op mijn dooie gemak zou kunnen dineren bij het restaurant op locatie. Ik had het helemaal bedacht: zo’n lekkere verse vissoep met een goed glas wijn erbij. Een goed-begin-is-het-halve-werk-idee. Niet dus. Halsoverkop de metro, tram, bus. Nadat ik mezelf in een positie had gewikkeld, waar ik juist die dingen aanvocht, die ik zo hard wilde vermijden. Stress. Overwerk, ov-kaart nog niet opgeladen, sigaretten bijna op. Had ik maar, had ik maar….
Een nieuwe start met frisse blik
Totdat ik arriveer bij de locatie. Een groter verschil kan ik moeilijk bedenken, als ik mijn huidige woonplek inbeeld. Nu was ik er al eens geweest, maar in het licht zien dingen er toch anders uit. Dromerig loop ik richting één van de ruimtes, zonder echt om me heen te kijken. Als er vervolgens niemand in de ruimte lijkt te zijn, kijk ik pas opzij. Daar zie ik Edwin en Berry zitten; te kletsen aan een picknicktafel. Als we samen naar binnen lopen, valt gelijk op hoe fijn de ruimte aanvoelt. Het is erg wit en ruimtelijk, en door de enorme ramen die uitzicht geven op verstrekkende weilanden, waan ik me op vakantie.
Wat ook gelijk opvalt, is de muziekkeuze. Toepasselijk of niet, als ik binnenloop, speelt er een nummer dat me doet denken aan de Lion King. En dan wel het moment waarom kleine Simba wordt voorgesteld aan het dierenrijk en fris en onschuldig de grote wereld inkijkt. Misschien is dit voor mij ook wel een nieuwe start, een frisse blik, een veilige plek in een grote wereld.
De eerste les ligt snel op tafel. En wel door puur toeval. Eén van de deelnemers heeft het moeilijk met het praten in een groep. Er wordt gesproken over het luisteren naar je lichaam en het accepteren, omarmen van je gevoel. Zelfs, of juist, als dat geen fijn gevoel is. Dan pas kun je het proces starten om dit te veranderen. Na een – confronterende – voorstelronde, waarbij je kort toelicht waarom je NLP wil doen, nemen we het programma door – en voegen hier en daar wat persoonlijke items toe.
Controle willen houden
Als we vervolgens wat dieper op de zaken ingaan, en bespreken wat we uit dit weekend willen halen, komen er opeens wat dingen bovendrijven. Dat mijn focus vooral op woorden ligt, en dat dit een struikelblok kan zijn. Dat ik minder stress wil; een minder vol hoofd. Maar gek genoeg, kwam het woord ‘controle’ zo ongeveer in elke zin terug. Als een soort mantra. Controle, controle, controle. En hiermee bedoel ik uiteraard het gebrek aan. Gebrek aan emotionele controle, gebrek aan controle over mijn agenda, gebrek aan controle over balans tussen delen, gebrek aan controle over rust in mijn hoofd. En dat terwijl de meeste mensen om mij heen mij een behoorlijke control-freak vinden.
Van huidige naar gewenste situatie
Dan wordt er een model uitgelegd. Een model dat je huidige situatie en je gewenste situatie belicht. Weer zo confronterend. Ik dacht dat ik wist wat ik wilde, maar blijkbaar niet. Niet helemaal, althans. En niet hoe. Vooral niet hoe. Ik kan niet zien, niet bedenken hoe de ‘ik’ eruit zou zien als ik mijn gewenste situatie had bereikt. Ik zie het mezelf niet bereiken, omdat de weg niet vrij is. Ik word belemmerd. Door mezelf. Als ik er eenmaal goed over na denk, kom ik tot de conclusie dat ik – waarschijnlijk – eis van mezelf dat ik alleen maar grote stappen maak. Dat kleine stappen niet goed genoeg zijn. Dat ik dan niet goed genoeg ben. Negatieve energie. Negatieve vicieuze cirkel van gedachten naar gedrag.
En dan nog het feit van controle-vragen, die ik blijkbaar constant stel. Bedoel je zus, of bedoel je zo? Gesloten vragen. Waarom ik dat doe? Nou, omdat ik graag begrepen wil worden. Ik wil graag weten of ik iemand goed begrijp. Ik vind het belangrijk dat de communicatie klopt, antwoord ik naar Edwin. Hij lacht kort en zegt daarna dat het niet met de ander te maken heeft, maar met mij. Alleen met mij. Op het moment dat ik een controle-vraag stel, toets ik of mijn waarheid, mijn verhaal overeenkomt met het verhaal van de ander. En daarbij, ik kap de ander af met mijn gesloten vraag. Als ik er op let – later op de avond – merk ik dat het nog knap lastig is om open vragen te stellen – vooral als je een specifiek ding wilt weten. ‘Let it go’ en luister is de volgende stap. Als ik thuis kom, voel ik me vergiftigd. Ik hang eerst een kwartier boven het toilet, en ben dan zo misselijk, dat ik niet eens meer zin heb in een glas wijn. Zou het te maken hebben met deze avond?