Test: subjectief of objectief
Subjectief of objectief
De volgende oefening helpt je om bewust te worden wanneer je objectief of subjectief kijkt. In feite kijken we altijd vanuit onze eigen filters de wereld in en zijn daarmee altijd subjectief. Je ziet immers wat je wilt zien. Lees meer over filters op de pagina over het model van de wereld.
Bewustwording van je eigen filters maakt wel dat je het steeds meer feitelijk en zintuigelijk specifiek kunt waarnemen. Dit vergroot objectiviteit. Door scherp te zijn op vooronderstellingen in taal kunnen we steeds objectiever waarnemen:
- Objectief: als het onafhankelijk is van de mening van mensen,
zonder interpretatie. - Subjectief: als er wel een mening of een interpretatie is.
Een van de valkuilen van subjectief denken is dat je bij andere mensen een reactie waarneemt en daar gelijk een - vaak negatieve - associatie aan koppelt. Dat noemen we gedachtelezen/mind reading.
Oefening: subjectief of objectief
1."Ik weet niet of ik moet stoppen met de ruzie met mijn broer"
____ A. Hij heeft een broer
____ B. Hij houdt van zijn broer
____ C. Hij heeft ruzie gehad met zijn broer
____ D. Hij is een geboren ruziemaker
2."Ik weet niet waarom ik dat niet zou kunnen, al mijn vrienden doen het"
____ A. Hij vindt dat anderen niet in hem geloven
____ B. Hij vindt dat hij datgene kan wat zijn vrienden doen
____ C. Zijn vrienden doen dingen die hij niet doet
____ D. Al zijn vrienden zijn geweldig
3."Als ik niet beter communiceer met mijn baas, word ik ontslagen"
____ A. Hij voelt zich verslagen
____ B. Hij weet niet hoe hij moet communiceren met zijn baas
____ C. Zijn baan is gekoppeld aan zijn communicatievaardigheden
____ D. Hij wil leren om beter te communiceren
4."Ik weet niet of ik een dergelijk ernstige klacht kan oplossen met mijn therapie"
____ A. Hij is een matige therapeut
____ B. Hij vindt deze klacht ernstig
____ C. Hij durft ernstige klachten niet te behandelen
____ D. Hij vraagt zich af of zijn therapie geschikt is voor deze klacht
5."Ik voel me nu al veel beter; ik snap hoe bepaalde dingen die ik deed mij ongelukkig maakten"
____ A. Het gedrag wat hij had was volgens hem zijn gevoel
____ B. Hij heeft gevoelens
____ C. Hij heeft nu meer controle over zijn leven
____ D. Hij vindt het de hoogste tijd dat hij zich beter gaat voelen
Door je bewust te worden van je eigen subjectiviteit, werk je toe naar het worden van een neutrale getuige, een belangrijke houding om rapport te versterken.