Structuur van de subjectieve ervaring
Structuur van de subjectieve ervaring
Elke ervaring is een subjectieve ervaring. Een andere weergave van dit communicatieproces is het model “structuur van de subjectieve ervaring”. Het menselijk gedrag is waarneembaar; we kunnen zien en horen wat mensen doen en zeggen. Gedrag is dus extern waarneembaar. Ons gedrag echter wordt aangedreven door innerlijke weergaven (IP en IS), wat we denken en voelen. Uit de zintuiglijke waarneming creëren we onze gedachten en gevoelens. Deze innerlijke processen bepalen ons extern gedrag. Gedrag is een onderdeel van een totaalstrategie.
Interne processen (IP)
Interne processen geven de innerlijke strategieën weer die we gebruiken. Het gaat hierbij om hoe we iets doen, simpel weergegeven zijn het onze gedachten die we hebben. Gedachten bestaan uit beelden, geluiden, gevoelens, geur, smaak en zelfspraak. Submodaliteiten, taal en strategieën ontstaan uit de interne processen. Functie: nauwkeurige beoordeling en planning.
Interne toestand (IS)
De interne toestand is de emotionele situatie waarin we ons (op dat moment) bevinden. Die zorgt ervoor waarom we iets doen. Het zijn de gevoelens die we hebben, innerlijke lichamelijke sensaties en stemmingen. Functie: globale beoordeling van situaties.
Extern gedrag (EB)
Ons extern gedrag is het extern waarneembare resultaat uit onze interne processen en interne toestand. Dit gebied toont wat we doen. Dit kunnen we omschrijven als onze gedrag. Functie: invloed op de buitenwereld, gekend worden door de ander.
Context
De context wil zeggen; waar, wanneer en met wie? Externe uiterlijke omstandigheden, de omgeving/situatie waarin de ervaring plaatsvindt.
Criteria, overtuigingen en waarden
Criteria, overtuigingen en waarden vertellen; wat vind ik belangrijk, wat is voor mij waar? Het geeft richting, rechtvaardiging en maakt interne processen/ toestand en extern gedrag begrijpelijk.
Meer weten?
Hieronder tref je aanvullende en verdiepende onderwerpen: