Oogpatronen
De oogpatronen in onze oogbewegingen
De neurologie in ons brein heeft een direct verband met onze ogen en onze oogbewegingen. Bandler en Grinder ontdekten dat in onze oogbewegingen patronen verborgen liggen die aansluiten bij onze representatie systemen. Als je goed let op iemands oogbewegingen kun je achterhalen welk representatie systeem op dat moment actief is: visueel, auditief tonaal, auditief digitaal en kinestetisch. Tevens kun je afleiden of iemand op dat moment een beeld construeert (creëert/fantaseert) of dat hij een herinnering ophaalt.
Construeren of herinneren
Bij voorstellingen en fantasieën (constructies) gaan de ogen naar links (als je naar de persoon kijkt). Deze horizontale oogbewegingen geldt voor ongeveer 80% van de mensen en we noemen dit ‘normaal georganiseerd’. Bij ongeveer 20% van de mensen is deze horizontale indeling gespiegeld, we noemen dit ‘omgekeerd georganiseerd’. Dit laatste is vaak bij linkshandige mensen het geval. De verticale oogbewegingen (V, A, Ad en K) zijn bij iedereen hetzelfde.
Voorbeeldvragen oogpatronen
LET OP: Na het stellen van je vraag zullen de ogen van je gesprekspartner verschillende kanten op bewegen. Let vooral op de aller eerste beweging die de ogen maken na het stellen van je vraag. De eerste seconde is het aller belangrijkst.
Visuele herinnering (Vh):
- Waar ging je voor het eerst alleen naar toe?
- Met wie speelde je vroeger verstoppertje?
- Wie van je vrienden heeft de kortste haren?
- Wie zag je vandaag als eerste tegen toen je binnenkwam?
Visuele constructie (Vc):
- Stel je jezelf voor met lange paarse haren?
- Hoe zou een olifant eruit zien met een blauwe slurf?
- Hoeveel is 123 + 123?
- Zie jezelf op de maan lopen.
Auditieve herinnering (Ah):
- Wat vind je het mooiste geluid?
- Hoe huilt een baby?
- Hoe klinken nagels op een schoolbord?
- Wie van je vrienden heeft de lichtste stem?
Auditieve constructie (Ac):
- Hoe klinkt een blaffende kat?
- Hoe klinkt een blokfluit met water?
- Hoe klinkt een opera zingende baby
- Hoe klinkt een mier die een scheet laat?
Auditief digitaal (Ad):
- Wat zeg je tegen jezelf als je iets wilt kopen?
- Zeg in jezelf het alfabet achterste voren op.
- Wat zeg je tegen jezelf om je te motiveren?
- Wat zeg je tegen jezelf als je in de spiegel kijkt?
Kinesthetisch (K):
- Welke kledingstuk knelt het meest?
- Hoe voelt blijdschap?
- Hoe voelt verdriet?
- Hoe voelt een warm stoombad (sauna)
Oogpatronen per situatie en herinnering (hNLP)
Wanneer je mensen vraagt naar gebeurtenissen die fijn en ontspannend waren versus gebeurtenissen die minder positief waren, kun je ook oogpatronen gaan herkennen. Deze gaan voorbij de eerste seconden. Het gaat om het gemiddelde patroon gedurende het geven van het antwoord op de vraag. Gebeurtenissen (herinneringen) zijn dus op andere plekken in het brein opgeslagen afhankelijk van emotie en gevoel dat zich daarbij afspeelde.
Let wel, dit is context afhankelijk. Het is dus niet zo dat fijne gebeurtenissen bij persoon X altijd een oogbeweging naar midden, links, rechts, boven of beneden geven. Specificeer daarom altijd eerst de context. Bijvoorbeeld in de context “werk” en “beslissen”