Logische niveaus - Omgeving
Logisch niveau: Omgeving/resultaat
De omgeving heeft betrekking op tijd, plaats en mensen. Het is fysieke context waarin je verkeert. Het gaat over het zoeken naar het juiste tijdstip en de juiste locatie waarin je bepaalde resultaten kunt bereiken. Als je een nieuwe taal vloeiend wilt leren spreken, kun je het beste een tijdje in het land gaan wonen en je volledig in de cultuur verdiepen. In het ideale geval woon je zelfs bij de mensen thuis. Zo schep je optimale condities om te leren. Evenzo lijkt het zinvol, als je met een nieuw softwarepakket vertrouwd wilt raken, om een cursus te volgen of met een persoon of een team te werken die het bij hun werk gebruiken. Ook hier bevordert de omgeving het leren, en dat is op zichzelf al een soort verandering. De timing is waarschijnlijk ook kritiek, want je kunt niet leren als het tijdstip daar niet rijp voor is; misschien word je door andere behoeften in beslag genomen.
Omgevingsvragen
Hier volgen enkele omgevingsvragen die je jezelf kunt stellen wanneer je het gevoel hebt dat je niet op de juiste plaats verkeert. Of dat het voor jou niet het juiste moment is om te krijgen wat je wilt:
- Waar werk je het beste?
- Welke resultaten kun je hier bereiken?
- Welke plekken in de wereld wil jij verkennen?
- Welke soort prive-omgeving is goed voor je: modern, minimaliseren of traditioneel?
- Welke soort mensen zou je graag om je heen willen hebben? Wie maakt dat je je goed, verkwikt en prettig voelt? Van wie word je moe? Of geef je er de voorkeur aan om alleen te werken?
- Op welke tijdstip van de dag voel je je goed; ben je een ochtendmens of een nachtdier?
Vragen zoals deze leveren je de juiste soort gegevens op, hiermee kun je beslissen aan welke omgevingsvariabelen je wilt gaan werken.