NLP Technieken en begrippen

Innerlijk kind - Ontstaan van een karakterstructuur

We worden allemaal geboren als het spelende kind. Vrij, ongedwongen, nieuwsgierig, open. Hoe zijn we van dit spelende kind verworden tot het masker wat we nu zijn? We lopen op die weg een aantal stappen:

  1. Het spelende kind
  2. Het trauma
  3. De natuurlijke schrikreactie
  4. Boosheid
  5. Schuldgevoel
  6. Masker
  7. Karakterstructuur

 

Het spelende kind

Elk kind wordt geboren met een natuurlijke nieuwsgierigheid om zijn wereld te ontdekken. Wanneer we een kind niet zouden tegenhouden, zou elke ontwikkeling in het leven van het kind vanzelf verlopen. Ze hebben wel met regelmaat onze steun nodig, maar de drang om zichzelf te ontwikkelen is groot. Het kind wil ervaren, het kind wil zitten, het kind wil lopen, uiteindelijk wil het kind ook leren lezen en schrijven. Echter, het kind wil dit pas wanneer het er zelf aan toe is! Het spelende kind staat met een open blik in de wereld en grijpt elke kans om zich te ontwikkelen met beide handjes aan. Het spelende kind is een nieuwsgierig kind, dat elke keer een stukje zijn grens verlegt. Het kent nog niet zoveel angst die hem tegenhoudt om te ontwikkelen. Om zichzelf te durven zijn.

Het trauma

Het spelende kind ontdekt de wereld. Het ontdekt dat je in het water niet kunt ademhalen, dat vuur heet is, dat een tafelrand hard is, dat sop in je ogen prikt. Deze ontdekkingen slaat het kind op en daaruit leert het zijn grenzen kennen. In zekere zin leert het zichzelf en de mogelijkheden van zijn lichaam kennen. Elke ervaring die met pijn of verdriet gepaard gaat, is voor het kind een klein trauma. Het kind loopt tegen de beperkingen van zijn lichaam op. Ook elke ervaring waarvan de werkelijkheid anders blijkt te zijn dan verwacht, is een klein trauma. Wanneer het kind zijn bord op de grond gooit en dit in kleine stukken breekt, kan het kind daarvan schrikken. Dit is niet wat het verwachtte. Wat gebeurt er nu? Hoe kan de werkelijkheid zo veranderen alleen omdat het bord op een andere plek ligt? Elk kind heeft zijn eigen flexibiliteit waarmee het met dit soort dingen omgaat. Het ene kind kan er veel plezier aan beleven dat het bord in stukken breekt. Het andere kan ontroostbaar zijn. Maar eerst is er altijd die verwondering. Wat gebeurt er nu? Even snapt het kind niets van de situatie. Het trauma is geboren.

De natuurlijke reactie van het kind

De natuurlijke reactie van het kind bij elk trauma is die van schrik. Nu hangt het van de flexibiliteit van het kind zelf af óf van de grootte van het trauma in welke mate schrikeffecten schrik wordt omgezet in emotie. Huilen is de meest natuurlijke reactie van een kind dat schrikt. Je schrikt, je energie trekt zich kort terug, je wordt even heel klein en als reactie daarop ga je huilen. Tot hier hoeft er nog geen probleem te zijn. Wanneer de omgeving van het kind deze schrikreactie goed oppakt, kan het kind de ervaring verwerken en gewoon verder spelen. Hoe ouder het kind wordt, des te meer het een masker op heeft. Dit masker maakt het voor ouders moeilijker om de schrikreactie te herkennen. Het ene kind trekt zich terug als het geraakt wordt, het andere lacht het weg. De natuurlijke reactie wordt weggemoffeld onder een karakterstructuur. Toch is die eerste reactie altijd aanwezig, al geeft het kind het niet aan zichzelf weer.

Boosheid

Wat gebeurt er als de moeder het kind even niet op kan vangen? Wat als de moeder het kind op dat moment niet de troost kan bieden waar het om vraagt? Als de moeder zelf vol frustratie zit van de dag en het huilende kind er even niet bij kan hebben? Op dat moment ontstaat er onbegrip bij het kind. Het kind ervaart het ongeduld van de moeder als kritiek op zichzelf en voelt zich onbegrepen in zijn goede bedoelingen.

Tot nu toe waren alle drie de stappen deel van een ontwikkeling die ook op zichzelf kon staan, zonder beperkende consequenties voor het kind. Wanneer echter boosheid ontstaat, komt het proces op gang waarin het kind zich gaat aanpassen. En elke aanpassing van het pure kind is een beperking voor de ziel. Of de ziel het gebeurde nu wel of niet wilde ervaren. Boosheid wordt met de jaren heftiger. Een peuter zegt nog: 'Ik vind jou een stomme mamma!' En is het dan ook kwijt. Een puber kan met haatgevoelens rondlopen om zoveel onbegrip.

Schuldgevoel

Na de boosheid ontstaat het schuldgevoel. Hoe kon je nu zo boos worden op je ouders? Ze hebben je opgevoed, hun liefde gegeven, achter je fietsje aangerend, verhaaltjes voorgelezen. Ze doen ook hun best. Ze kunnen gewoon niet anders. De situatie is zoals het is. Wat erg dat je zo slecht over ze denkt! Ze zien gewoon niet hoeveel pijn ze je doen. Weet je wat? Je zorgt ervoor dat dit niet meer gebeurd. Dit schuldgevoel is helemaal niet prettig.

Masker

Het schuldgevoel over je woede of haatgevoelens om zoveel onbegrip zet zich om in aangepast gedrag. Een andere mogelijkheid is dat je de wereld gaat bekijken door een gekleurde bril, waardoor je dezelfde ervaringen gewoon niet meer binnen laat komen. Ze niet meer aan jezelf weergeeft. Of je past je gedrag zo aan dat niemand meer 'last' van jou heeft. Hier doe je jezelf natuurlijk tekort door. Te allen tijde verlies je de werkelijkheid uit het oog en beperk je de ruimte voor het spelende kind. Stel je voor dat je bij een moeder bent opgegroeid die veel aan haar hoofd had. Ze had echte geldzorgen en ze stond er alleen voor met haar drie kinderen. Als kind ga je je moeder dan ontzien. Ze heeft het al zo zwaar. Je moeder vindt dat wel prettig, want zo maak je haar leven wat makkelijker. Maar in jou ontstaat een opstandig kind dat gehoord wil worden. Situaties waarin je je onbegrepen voelt, maken deze boosheid groter en tegelijkertijd het schuldgevoel groter. Je moeder heeft het immers al zo zwaar. Dus pas je je maar weer aan. Je gaat je moeder nog meer ontzien. Tegelijkertijd doe je jezelf tekort en wordt het boze kind dat zich in jou huisvest alleen maar bozer. Je voelt je in de steek gelaten door je moeder, maar eigenlijk laat je jezelf in de steek door je zo aan te passen. Je masker zorgt ervoor dat je je moeder meer gaat ontzien en dat je het boze kind in jou niet voelt.

Karakterstructuur

Gedurende je leven doe je heel wat ervaringen op waarbij je een masker opzet. Meestal is het wel hetzelfde masker. Je onderdrukt je gevoelens en in het enneagram maken we een keuze uit de negen soorten maskers. Je kiest er één en bouwt dit masker bij elke ervaring verder uit. Als je eenmaal een masker hebt uitgekozen waarmee je de wereld inkijkt, heb je al een deel van jezelf weggestopt. Wanneer je bij de mensen om je heen en vooral bij je kinderen jouw spelende, verwaarloosde, innerlijk kind terugziet, reageer je vanuit emotie. Je gaat als het ware de pijn van het kind in jou voelen. Het kind dat er van jou zo nadrukkelijk niet mag zijn. Tegelijkertijd gooi je daar weer je masker overheen, want je wil die pijn niet voelen. Zo bouw je je masker uiteindelijk uit tot een karakterstructuur waarmee je jezelf vereenzelvigt. Maar dat ben jij niet! Jij bent dat spelende kind onder die karakterstructuur. Het karakter is slechts een overlevingsmechanisme.

Hoe moet het nu verder? Hoe kom je terug naar dat spelende kind? Dat lees je hier.