Resource Anker
Resource Ankers
Wanneer je aan de slag gaat met het aanbrengen van een resource anker (hulpbron) let dan op de volgende punten:
- Rapport: zorg eerst voor rapport.
- Leg uit wat je gaat doen, wat kan de ander verwachten. Zet het kader.
- Identificeer de juiste stemming die als hulpbron kan fungeren.
- Gebruik een V-, A-, K- anker of combineer ze.Bij kinesthetische ankers: zorg voor een unieke plaats op het lichaam, zorg ervoor dat dit een geaccepteerde en veilige plek is die geen andere emoties triggert. Vraag de andere eventueel wat voor hem/haar een prettige plek is. Breng het anker aan vlak voor de piekervaring.
- Kalibreer de fysiologie (gezichtsuitdrukking, houding e.d.) tijdens de verschillende fasen van de anker-techniek.
- Hanteer de juiste taal: Weet je een tijd dat je X voelde? Weet je een specifiek moment? Stap erin (geassocieerd). Wat zie je, wat hoor je, wat voel je en wat zeg je tegen jezelf?
- Breakstate: hanteer eventueel korte breakstates tussen het installeren. Laat de ander anders zitten, kijken, praten of verander even van onderwerp. Laat de geankerde stemming volledig verdwijnen tijdens de breakstate.
- Test: vuur het anker af en kalibreer wat er gebeurt. Laat de ander het anker regelmatig afvuren om het actief te houden.
- Sluit af met de future pace.
Gestapelde Resource Ankers
Er kunnen situaties zijn waarbij een enkelvoudig resource anker onvoldoende is om de ongewenste stemming om te buigen naar een positieve staat van zijn. Op zo'n moment kun je ook meerdere resource ankers combineren. Je stapelt als het ware positieve stemmingen bij elkaar op. Denk daarbij aan: volledige ontspannen zijn, bij jezelf zijn, passievol zijn, vol energie zijn, scherp zijn (up time trance), in liefde zijn, vreugdevol zijn, geliefd zijn, humoristisch zijn, zelfverzekerd zijn, gemotiveerd zijn, krachtig zijn.
Het stapelen van twee of meerdere stemmingen bij elkaar maakt het geheel krachtiger om tegen een negatief gevoel in te gaan. Richt je op 3 tot 5 gestapelde ankers.
Een gestapeld anker plaatsen:
- Rapport: zorg eerst voor rapport.
- Leg uit wat je gaat doen, wat kan de ander verwachten. Zet het kader.
- Identificeer de juiste stemmingen die je als hulpbron gaat inzetten.
- Bepaal de plek waar je deze gaat stapelen (ankeren).
- Anker deze 3 verschillende stemmingen één voor één op dezelfde plek.
Doorloop de volgende stappen voor alle 3 de stemmingen:
- Kun je een moment herinneren dat je je volledig X voelde?
- Kun je dit specifieke moment naar boven halen?
- Stap in dat moment, geassocieerd (kijk door je eigen ogen), zie wat je zag, hoor wat je hoorde en voel nu wat je toen voelde. Beleef opnieuw deze ervaring. Kalibreer de fysiologie (gezichtsuitdrukking, houding e.d.)
- Breng het anker aan vlak voor de piekervaring
- Korte breakstate
- Langere breakstate
- Test: vuur het nieuwe stapelanker af en kalibreer wat er gebeurt.
Breng de cliënt eventueel in de oorspronkelijke onvermogende stemming, vuur daarna het anker af en vraag: "Hoe is het nu?" Laat de ander het anker regelmatig afvuren om het actief te houden.
Sluit af met de future pace.