NLP Technieken en begrippen

Oppervlaktestructuur

Oppervlakte en dieptestructuur

Binnen NLP wordt met betrekking tot taal gesproken over de oppervlaktestructuur en de dieptestructuur. Met oppervlaktestructuur wordt de concrete taal bedoeld zoals die wordt uitgesproken door de ander. Met andere woorden: datgene wat waarneembaar is. De dieptestructuur bestaat uit de volledige taalkundige weergave van een ervaring. De uitgesproken woorden vormen slechts een deel van de ervaring (de kaart van het gebied).

Voorbeeld: "de kerk zat bomvol'

Uit de oppervlaktestructuur wordt niet duidelijk waarmee de kerk bomvol zat, wat bomvol precies betekent en wanneer de kerk bomvol zat? Intuïtief (vanuit je onderbewuste) weet je dat bomvol (waarschijnlijk) op mensen slaat en dat het een mis betreft (misschien wel een kerstmis, huwelijk of begrafenis). Wanneer je de Nederlandse taal niet (goed) beheerst kan deze uitspraak onduidelijk zijn.